Woo-verzoek 17 oktober 2024 – Jeugddorp De Glind
DIT IS DE TOEGANKELIJKE VERSIE WOO-verzoek 17 oktober 2024
De originele documenten kunt u inzien door het originele versie in te zien: U kunt de originele versie hier downloaden
De documenten worden gescheiden met de titel document
Document
ONLEESBAAR GEMAAKT
Per e-mail:
Behandelaar: Mevrouw ONLEESBAAR GEMAAKT
Telefoonnummer: 070 ONLEESBAAR GEMAAKT
Datum: 17 oktober 2024
Bijlage: 2
Onderwerp Antwoord op uw verzoek om informatie in het kader van de Wet open overheid tlw verzoek
Geachte ONLEESBAAR GEMAAKT
Uw verzoek
Per e-mail van 29 augustus 2024, door mij ontvangen op diezelfde datum, diende u een verzoek in als bedoeld in artikel 4.1, eerste lid van de Wet open overheid (verder: de Woo). In uw verzoek vraagt u het Schadefonds Geweldsmisdrijven om informatie openbaar te maken over aanvragen die het Schadefonds ontving over misbruik en ander geweld in Jeugddorp De Glind. U doelt daarbij op aanvragen ingediend in het kader van de Tijdelijke regelingen van Commissie Samson (de Tijdelijke regeling uitkeringen seksueel misbruik minderjarigen in instellingen en pleeggezinnen en het Statuut voor de buitengerechtelijke afhandeling van civiele vorderingen tot schadevergoeding in verband met seksueel misbruik van minderjarigen in instellingen en pleeggezinnen), de Tijdelijke regeling van Commissie De Winter (de Tijdelijke regeling financiële tegemoetkoming voor slachtoffers van geweld in de jeugdzorg) en ‘reguliere’ aanvragen in het kader van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven.
Contact met u
Op 10 september 2024 ontving u van de Woo-functionaris bericht dat uw verzoek in goede orde is ontvangen. Daarbij is medegedeeld dat u in beginsel op uiterlijk 27 september 2024 een antwoord zou ontvangen op uw verzoek en dat u bericht zou krijgen als er meer tijd nodig zou zijn om uw verzoek of te handelen.
Op 12 september 2024 had u telefonisch contact met de Woo-functionaris. Zij besprak toen uw aanvraag met u. Het bleek toen ook dat u uw verzoek na indiening tweemaal had aangepast. U deed dit op 29 augustus 2024, kort nadat u de eerste versie van uw verzoek had ingediend. Omdat de Woo-functionaris nog niet op de hoogte was van deze aanpassingen, stuurde u haar deze per e-mail toe. Verder gaf u aan dat u had begrepen dat er vanuit de Erasmus Universiteit onderzoek is gedaan naar De Glind en naar het aantal aanvragen dat het Schadefonds ontving met betrekking tot geweld in De Glind.
Uit dat onderzoek waren andere cijfers naar voren gekomen dan de cijfers die u eerder ontving van het Schadefonds, in het kader van een in 2023 door u ingediend Woo-verzoek. U gaf aan dat u graag wilde dat er nog eens onderzoek zou plaatsvinden in de systemen van het Schadefonds. Ook was u benieuwd of er het afgelopen jaar wellicht nog meer aanvragen met betrekking tot geweld in De Glind waren binnengekomen in het reguliere kader, dus op basis van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven. Dit temeer nu er in de media de afgelopen periode vrij veel aandacht is geweest voor geweld in De Glind.
Op 27 september 2024 stuurde de Woo-functionaris u een e-mail, waarin zij u liet weten dat de beoordeling van uw verzoek meer tijd in beslag nam dan vier weken, omdat uw verzoek te complex bleek om daar binnen vier weken inhoudelijk op te reageren. Er waren twee weken extra nodig om uw verzoek te behandelen. De beslistermijn werd verlengd, onder verwijzing naar artikel 4.4, tweede lid van de Woo. De Woo-functionaris liet u weten dat het streven erop gericht was om u uiterlijk op 11 oktober 2024 een antwoord op uw verzoek toe te sturen. Op 11 oktober 2024 stuurde de Woo-functionaris u een e-mail, waarin zij u liet weten dat het onderzoek en de beantwoording van uw vragen zich in de afrondende fase bevonden, maar dat wij u pas in de volgende week het besluit en het antwoord op uw vragen konden toesturen.
Wettelijk kader
lk behandel uw verzoek als een verzoek op grond van de Wet open overheid (Woo). De relevante artikelen uit de Woo kunt u vinden in bijlage 1 bij deze brief.
Inventarisatie documenten
Op basis van uw verzoek heb ik gezocht in het digitale registratiesysteem van het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Daarbij heb ik gebruik gemaakt van zoektermen die te maken hebben met De Glind en die zijn genoemd in het document dat de beantwoording van uw vragen bevat. Bij deze inventarisatie is informatie aangetroffen.
Besluit
lk besluit de door u gevraagde informatie, voor zover dat binnen mijn mogelijkheden ligt, openbaar te maken. De informatie die openbaar wordt, wordt samen met deze brief digitaal aan u toegezonden.
Plaatsing op Internet
Dit besluit en de informatie die voor iedereen openbaar wordt, wordt geanonimiseerd op www.schadefonds.nlgepubliceerd.
Afschrift aan belanghebbenden
Een geanonimiseerde kopie van dit besluit verzend ik naar de derde-belanghebbende. Het betreft Pluryn, waar De Glind onderdeel van uitmaakt.
Vragen
Als u vragen heeft over de afhandeling van uw verzoek, dan kunt u contact opnemen met mevrouw ONLEESBAAR GEMAAKT jurist behandel en bezwaar, 070 ONLEESBAAR GEMAAKT Voor meer informatie over de Woo-procedure, kunt u kijken op: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/wet-open-overheid-woo.
Hoogachtend,
Mevrouw ONLEESBAAR GEMAAKT
Directeur-secretaris Schadefonds Geweldsmisdrijven
Bijlagen
- Relevante wetsartikelen uit de Wet open overheid
- De beantwoording van de door u aan het Schadefonds gestelde vragen
Bent u het niet eens met deze beslissing?
Dan kunt u een bezwaarschrift indienen. Zorg ervoor dat wij uw bezwaar uiterlijk binnen zes weken na de datum bovenaan deze brief hebben ontvangen.
U kunt op twee manieren uw bezwaarschrift indienen (het is niet mogelijk dit per e-mail to doen):
- op onze website www.schadefonds.nl/bezwaar(via DigiD).
- per post naar:
Schadefonds Geweldsmisdrijven
Afdeling Bezwaar Postbus 71
2501 CB Den Haag
Schrijf in uw bezwaar in elk geval:
- uw naam en adres;
- een omschrijving van de beslissing waartegen u bezwaar maakt;
- waarom u het niet eens bent met de beslissing;
- de datum van uw brief;
- uw (digitale) handtekening.
Voor vragen kunt u ook contact met ons opnemen via telefoonnummer 070-4142000.
Bijlage 1 Relevante wetsartikelen uit de Wet open overheid
Artikel 1.1
Eenieder heeft recht op toegang tot publieke informatie zonder daartoe een belang te hoeven stellen, behoudens bij deze wet gestelde beperkingen.
Artikel 2.1
In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: document: een door een orgaan, persoon of college als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, opgemaakt of ontvangen schriftelijk stuk of ander geheel van vastgelegde gegevens dat naar zijn aard verband houdt met de publieke taak van dat orgaan, die persoon of dat college; publieke informatie: informatie neergelegd in documenten die berusten bij een orgaan, persoon of college als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, of informatie die krachtens artikel 2.3 door een bestuursorgaan kan worden gevorderd.
Artikel 2.4, lid 1, 2, 3 sub a, 4, 5 en 6
Lid 1: Een bestuursorgaan draagt er zorg voor dat de documenten die het ontvangt, vervaardigt of anderszins onder zich heeft, zich in goede, geordende en toegankelijke staat bevinden.
Lid 2: Een bestuursorgaan draagt er zoveel mogelijk zorg voor dat de informatie die het overeenkomstig deze wet verstrekt, actueel, nauwkeurig en vergelijkbaar is.
Lid 3: Indien een bestuursorgaan overeenkomstig deze wet informatie openbaar maakt, geschiedt dat op zodanige wijze dat de belanghebbende en belangstellende burger zoveel mogelijk wordt bereikt en op de volgende algemeen toegankelijke wijze: in een voor hergebruik beschikbare vorm die voldoet aan de voorwaarden van de Wet hergebruik van overheidsinformatie;
Lid 4: Een bestuursorgaan is niet verantwoordelijk voor de juistheid of de volledigheid van door derden opgestelde informatie.
Lid 5: Indien het bestuursorgaan kennis draagt van de onjuistheid of onvolledigheid van de verstrekte informatie, doet het hiervan mededeling.
Lid 6: Indien het bestuursorgaan informatie verstrekt, verstrekt het zo nodig, en voor zover deze informatie voorhanden is, tevens informatie over de methoden die zijn gebruikt bij het samenstellen van de informatie.
Artikel 2.5
Bij de toepassing van deze wet wordt uitgegaan van het algemeen belang van openbaarheid van publieke informatie voor de democratische samenleving.
Artikel 4.1 lid 1, 2, 3 en 4
Lid 1: Eenieder kan een verzoek om publieke informatie richten tot een bestuursorgaan of een onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzame instelling, dienst of bedrijf. In het laatste geval beslist het verantwoordelijke bestuursorgaan op het verzoek.
Lid 2: Een verzoek kan mondeling of schriftelijk worden ingediend en kan elektronisch worden verzonden op de door het bestuursorgaan aangegeven wijze.
Lid 3: De verzoeker behoeft bij zijn verzoek geen belang te stellen.
Lid 4: De verzoeker vermeldt bij zijn verzoek de aangelegenheid of het daarop betrekking hebbende document, waarover hij informatie wenst te ontvangen.
Artikel 4.1a
Het bestuursorgaan waarborgt het behoud van de documenten waarop een door hem ontvangen verzoek betrekking heeft.
Artikel 4.3 lid 1 en 2 sub d
Lid 1: De beslissing op een verzoek om informatie wordt mondeling of schriftelijk genomen.
Lid 2: Het bestuursorgaan besluit in ieder geval schriftelijk op een verzoek om informatie, indien: de gevraagde informatie betrekking heeft op of afkomstig is van derden, tenzij deze hebben verklaard aan een schriftelijk besluit geen behoefte te hebben.
Artikel 4.4 lid 1, 2, 5 en 6
Lid 1: Het bestuursorgaan beslist op het verzoek om informatie zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vier weken gerekend vanaf de dag na die waarop het verzoek is ontvangen.
Lid 2: Het bestuursorgaan kan de beslissing voor ten hoogste twee weken verdagen, indien de omvang of de gecompliceerdheid van de informatie een verlenging rechtvaardigt. Van de verdaging wordt voor de afloop van de eerste termijn schriftelijk gemotiveerd mededeling gedaan aan de verzoeker.
Lid 5: Indien het bestuursorgaan heeft besloten informatie te verstrekken, wordt de informatie verstrekt tegelijk met de bekendmaking van het besluit, tenzij naar verwachting een belanghebbende bezwaar daartegen heeft, in welk geval de informatie wordt verstrekt twee weken nadat de beslissing is bekendgemaakt. Indien wordt verzocht om een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht, wordt de openbaarmaking opgeschort totdat de voorzieningenrechter uitspraak heeft gedaan of het verzoek is ingetrokken.
Lid 6: Indien het bestuursorgaan heeft besloten informatie te verstrekken die rechtstreeks betrekking heeft op een derde of die van een derde afkomstig is, deelt het bestuursorgaan dit besluit gelijktijdig mede aan deze derde.
Artikel 4.5 lid 1
Het bestuursorgaan verstrekt de informatie in de door verzoeker verzochte vorm of, indien dit redelijkerwijs niet gevergd kan worden, met inachtneming van het bepaalde in artikel 2.4, derde lid.
Bijlage 2
Verzoek in het kader van de Wet open overheid (Woo). d.d. 29 augustus 2024, ingediend door ONLEESBAAR GEMAAKT
De door u aan het Schadefonds gestelde vragen:
1) Hoeveel aanvragen zijn er in totaal gedaan die betrekking hebben op De Glind? Hoeveel hiervan zijn toegewezen?
2) Hoeveel aanvragen zijn er gedaan met betrekking tot misbruik in De Glind via de regelingen van de Commissie Samson? Hoeveel hiervan zijn toegewezen?
3) Hoeveel aanvragen zijn er gedaan met betrekking tot geweld in De Glind via de regeling van Commissie de Winter? Hoeveel hiervan zijn toegewezen?
4) Hoeveel aanvragen zijn er in totaal gedaan met betrekking tot misbruik en/of geweld in De Glind? Niet alleen via de genoemde regelingen, maar ook direct bij het Schadefonds volgens de standaard procedure? (Bijvoorbeeld voordat de regelingen bestonden, gedurende de periode tussen de twee regelingen in, nadat de regelingen niet meer werden toegepast of zonder beroep op/vermelding van een of beide regelingen). Hoeveel hiervan zijn toegewezen?
Verder wilt u met betrekking tot de bovenstaande vragen ook weten:
5) Hoeveel aanvragen hadden betrekking op de periode van voor 1985?
6) Hoeveel aanvragen hadden betrekking op de periode van 1985 tot 1990?
7) Hoeveel aanvragen hadden betrekking op de periode van 1990 tot 1995?
8) Hoeveel aanvragen hadden betrekking op de periode van 1995 tot 2000?
9) Hoeveel aanvragen hadden betrekking op de periode van 2000 tot 2005?
10) Hoeveel aanvragen hadden betrekking op de periode van 2005 tot 2010?
11) Hoeveel aanvragen hadden betrekking op de periode van 2010 tot 2015?
12) Hoeveel aanvragen hadden betrekking op de periode van 2015 tot 2020?
13) Hoeveel aanvragen hadden betrekking op de periode van 2020 tot en met 2024?
Beantwoording van deze vragen door het Schadefonds Geweldsmisdrijven:
Voor de beantwoording van uw vragen hebben wij in september en oktober 2024 onderzoek gedaan in ons zaaksysteem. Uit ons onderzoek zijn de hierna gemelde bevindingen naar voren gekomen.
1)Hoeveel aanvragen zijn er in totaal gedaan die betrekking hebben op De Glind? Hoeveel hiervan zijn toegewezen?
2) Hoeveel aanvragen zijn er gedaan met betrekking tot misbruik in De Glind via de regelingen van de Commissie Samson?
Hoeveel hiervan zijn toegewezen?
Antwoord: in totaal hebben wij in onze systemen 3 aanvragen aangetroffen die zien op misbruik in De Glind en die zijn ingediend in het kader van de Tijdelijke regeling uitkeringen seksueel misbruik minderjarigen in instellingen en pleeggezinnen. Ook troffen wij 3 aanvragen aan die zijn ingediend in het kader van het Statuut voor de buitengerechtelijke afhandeling van civiele vorderingen tot schadevergoeding in verband met seksueel misbruik van minderjarigen in instellingen en pleeggezinnen. In totaal gaat het dus om 6 aanvragen.
Opmerking:
Wij merken op dat er mogelijk meer aanvragen die zien op de Glind zijn ingediend in het kader van de regelingen van de Commissie Samson. Het is lastig gebleken om binnen ons zaaksysteem onderzoek te doen naar deze aanvragen. De aanvragen zijn vaak niet zo gedetailleerd geregistreerd dat ze met gebruikmaking van enkele zoektermen makkelijk te vinden zijn. Dat maakt het moeilijk om gericht te zoeken op instelling/pleeggezin en pleegplaats. Om gedetailleerder te kunnen kijken, moeten de digitale dossiers worden geopend. Het openen van ieder individueel dossier, om daarin na te gaan of de aanvraag (mede) ziet op gebeurtenissen in De Glind, is een zo omvangrijke taak dat dit in alle redelijkheid niet mogelijk is. Desondanks hebben wij binnen de mogelijkheden die wij hebben, zo zorgvuldig mogelijk onderzoek gedaan in ons zaakssysteem. Wij hebben daarbij gezocht op verschillende benamingen van De Glind, op ons bekende namen van pleeggezinnen, gezinshuizen en leefgroepen en wij hebben ook de plaatsnamen De Glind, Barneveld en Achterveld betrokken bij ons onderzoek. Dit onderzoek heeft geleid tot de 6 vermelde aanvragen.
De 6 aangetroffen aanvragen zijn allen toegewezen.
3) Hoeveel aanvragen zijn er gedaan met betrekking tot geweld in De Glind via de regeling van Commissie de Winter? Hoeveel hiervan zijn toegewezen?
Antwoord: Uit het onderzoek in onze systemen bleek dat in het kader van de Tijdelijke regeling financiële tegemoetkoming voor slachtoffers van geweld in de jeugdzorg 194 aanvragen zijn ingediend die (mede) betrekking hebben op geweld in De Glind. 175 van deze aanvragen werden toegewezen. In 1 geval is een aanvraag die was afgewezen, in een bezwaarprocedure alsnog toegewezen. Daarmee komt het totale aantal toegewezen aanvragen op 176.
Opmerkingen: Voor 9 van deze aanvragen geldt dat het niet geheel duidelijk is geworden of de aanvraag daadwerkelijk ziet op De Glind of dat het ging om een pleeggezin in De Glind of Barneveld, dat niet verbonden was aan het Jeugddorp De Glind. Omdat het vermoeden bestaat dat het wel om pleeggezinnen gaat die verbonden waren aan het Jeugddorp De Glind, hebben we deze aanvragen wel bij ons onderzoek betrokken.
Ook moet worden opgemerkt dat er onder de 176 toegewezen aanvragen die (mede) op gebeurtenissen in De Glind zagen, aanvragen zijn die zijn toegewezen op gebeurtenissen die plaatsvonden in andere instellingen en/of pleeggezinnen en niet in De Glind. In zijn algemeenheid geldt dat veel aanvragers in meerdere instellingen en pleeggezinnen verbleven. Vaak dienden zij hun aanvraag dan ook in voor gebeurtenissen in meerdere instellingen en/of pleeggezinnen. Soms noemden aanvragers een verblijf in De Glind en in andere instellingen en/of pleeggezinnen, maar was in De Glind niet of nauwelijks sprake van geweld. Soms ook was er volgens de aanvrager wel sprake van geweld in De Glind, maar beoordeelden wij dit niet als bovenmatig. Dan kon het zijn dat het geweld in een andere instelling of pleeggezin wel bovenmatig was en wezen we de aanvraag daarop toe. Soms ook, kon het verblijf van de aanvrager in De Glind niet worden onderbouwd, maar kon het verblijf in andere instellingen of pleeggezinnen wel worden onderbouwd en kon de aanvraag worden toegewezen op basis van het gebeurde in die andere instellingen en/of pleeggezinnen. Zo kon het dus gebeuren dat een aanvraag die niet primair of slechts gedeeltelijk zag op De Glind wel werd toegewezen, terwijl de beslissing in feite op andere instellingen en/of pleeggezinnen zag. In ons systeem komen dergelijke aanvragen dan wel naar voren als aanvragen die zien op De Glind. Verder zijn er meerdere aanvragen die (mede) zagen op een verblijf in De Glind afgewezen omdat zij zagen op een verblijf buiten de door de Tijdelijke regeling gestelde termijn (dus na 12 juni 2019) of omdat de aanvrager een dubbele aanvraag indiende. ledere aanvrager kon slechts eenmaal een aanvraag indienen. Het is dus voorgekomen dat een aanvrager een toewijzende beslissing ontving op een eerste aanvraag en dat de tweede aanvraag werd afgewezen vanwege de dubbele indiening van de aanvraag. Die dubbele aanvragen tellen wel mee in de hier genoemde cijfers. Wij zijn ons ervan bewust dat het aantal aanvragen dat wij in onze systemen hebben aangetroffen en dat (mede) ziet op een verblijf van de aanvrager in De Glind, aanmerkelijk groter is dat uit onderzoek in het kader van eerdere Woo-verzoeken naar voren is gekomen. Daar zijn verschillende redenen voor. Tijdens ons meest recente onderzoek waren ons meer benamingen bekend van onderdelen, locaties en pleeggezinnen behorend bij de instelling De Glind. Deze konden wij nu dus ook betrekken bij ons onderzoek. Als voorbeeld noemen wij de Rudolph Stichting.
In de aanvragen die zien op een verblijf in De Glind, kwamen wij vele benamingen tegen voor De Glind. Deze werden soms door elkaar gebruikt. Ook werden er door de aanvragers meerdere plaatsnamen gebruikt. De plaatsnamen Barneveld en De Glind werden door elkaar gebruikt. Als namen voor de instelling kwamen wij onder meer tegen in onze systemen: De Glind, De Glint, De Glindt, (Stichting) Jeugddorp De Glind, Rudolphstichting, Rudolfstichting, Rudolph Stichting, Rudolf Stichting, Pluryn, Intermetzo, Intermetzo/Pluryn, Stichting Breder, Stichting Bredervoort, Rentray en Joost/Joort LSG en LZG. Ook werd soms alleen de naam genoemd van het pleeggezin/gezinshuis/groepshuis/internaat/paviljoen/fasehuis of de Ieefgroep of werd alleen een adres in De Glind of Barneveld genoemd. Verder kwamen wij (per toeval) nog verkeerd gespelde versies van De Glind tegen, namelijk De Grind en De Vlint. Als plaatsaanduidingen kwamen wij onder meer tegen: De Glind, De Glint, De Glindt, Barneveld en Achterveld, maar in enkele gevallen ook andere plaatsnamen als Amersfoort en Rotterdam. Aanvragers wisten soms niet meer de precieze benamingen en bovendien waren er veranderingen in de benaming van De Glind en aanverwante instellingen en pleeggezinnen/gezinshuizen door de (vele) jaren heen. Ook werden de verschillende namen wel door elkaar gebruikt en waren er aanvragers die in meerdere settings van De Glind verbleven. De verscheidenheid van al deze benamingen, plaatsaanduidingen en schrijfwijzen bemoeilijkten een goed en volledig onderzoek in onze systemen. Voor het onderzoek dat wij in het kader van dit Woo-verzoek in onze systemen hebben verricht, hebben wij geprobeerd om zo gedegen mogelijk te zoeken, met gebruikmaking van de verschillende benamingen als bovenvermeld. Wij denken dat de gepresenteerde resultaten een zo volledig mogelijk beeld geven, maar merken wel op dat het feitelijk onmogelijk is tot een 100% volledig overzicht te komen.
4) Hoeveel aanvragen zijn er in totaal gedaan met betrekking tot misbruik en/of geweld in De Glind? Niet alleen via de genoemde regelingen, maar ook direct bij het Schadefonds volgens de standaard procedure? (Bijvoorbeeld voordat de regelingen bestonden, gedurende de periode tussen de twee regelingen in, nadat de regelingen niet meer werden toegepast of zonder beroep op/vermelding van den of beide regelingen).
Hoeveel hiervan zijn toegewezen?
Antwoord: Wij hebben in onze systemen 2 aanvragen aangetroffen die op geweld in De Glind zagen en die niet in het kader van de Tijdelijke regelingen waren ingediend. Het gaat om ‘reguliere’ aanvragen, ingediend op grond van artikel 3 van de Wet Schadefonds Geweldsmisdrijven. 1 van deze aanvragen werd toegewezen, de andere werd afgewezen.
Wij merken hierbij op dat het mogelijk is dat er buiten de Tijdelijke regelingen om meer aanvragen zijn ingediend die zagen op geweld in De Glind. Het is praktisch gezien onmogelijk om alle aanvragen die het Schadefonds ooit ontving te onderzoeken op een mogelijk verband met geweld in De Glind. Ons registratiesysteem leent zich niet voor een dergelijke gerichte zoekactie.
In totaal troffen wij dus de volgende aantallen aanvragen aan, die betrekking hebben op De Glind:
Tijdelijke regeling geweld jeugdzorg: 194 aanvragen 176 toewijzingen
Tijdelijke regelingen seksueel misbruik: 6 aanvragen 6 toewijzingen
Wet Schadefonds Geweldsmisdrijven: 2 aanvragen 1 toewijzing
Totaal: 202 aanvragen 183 toewijzingen
Vragen 5 tot en met 13:
U wilt weten op welke periodes de aanvragen zagen. Vooraf merken wij het volgende op: Het is niet mogelijk om tot een exacte indeling te komen binnen de gevraagde tijdvakken. Aanvragers verbleven regelmatig gedurende meerdere tijdvakken in De Glind. Soms wisten zij niet meer precies wanneer zij in De Glind aankwamen en hoelang zij er verbleven en konden wij dit op basis van de beschikbare informatie ook niet meer exact achterhalen. Daarnaast dienden aanvragers de aanvraag regelmatig in voor geweld in meerdere instellingen en/of pleeggezinnen. Op het aanvraagformulier vermeldden zij dan de gehele periode waarbinnen het geweld in die instellingen en/of pleeggezinnen plaatsvond, zonder dat duidelijk werd welk gedeelte van die periode op De Glind zag. Om toch tot een zo accuraat mogelijke indeling te komen, kozen wij ervoor om het (geschatte) jaar van aankomst in De Glind als uitgangspunt te nemen. Daarbij kwamen wij tot de volgende indeling:
Hoeveel aanvragen hadden betrekking op de periode van voor 1985?
Tijdelijke regeling geweld jeugdzorg: 60 aanvragen
Tijdelijke regelingen seksueel misbruik: 2 aanvragen
Hoeveel aanvragen hadden betrekking op de periode van 1985 tot 1990?
Tijdelijke regeling geweld jeugdzorg: 14 aanvragen
Tijdelijke regelingen seksueel misbruik: 3 aanvragen
Hoeveel aanvragen hadden betrekking op de periode van 1990 tot 1995?
Tijdelijke regeling geweld jeugdzorg: 22 aanvragen
Hoeveel aanvragen hadden betrekking op de periode van 1995 tot 2000?
Tijdelijke regeling geweld jeugdzorg: 22 aanvragen
Tijdelijke regelingen seksueel misbruik: 1 aanvraag
Hoeveel aanvragen hadden betrekking op de periode van 2000 tot 2005?
Tijdelijke regeling geweld jeugdzorg: 12 aanvragen
Hoeveel aanvragen hadden betrekking op de periode van 2005 tot 2010?
Tijdelijke regeling geweld jeugdzorg: 27 aanvragen –
Hoeveel aanvragen hadden betrekking op de periode van 2010 tot 2015?
Tijdelijke regeling geweld jeugdzorg: 22 aanvragen
Wet schadefonds geweldsmisdrijven: 1 aanvraag
Hoeveel aanvragen hadden betrekking op de periode van 2015 tot 2020?
Tijdelijke regeling geweld jeugdzorg: 11 aanvragen
Hoeveel aanvragen hadden betrekking op de periode van 2020 tot en met 2024?
Tijdelijke regeling geweld jeugdzorg: 4 aanvragen
Wet schadefonds geweldsmisdrijven: 1 aanvraag 5