WOO-verzoek 10 mei 2023
DIT IS DE TOEGANKELIJKE VERSIE WOO-verzoek 10 mei 2023
De originele documenten kunt u inzien door het originele versie in te zien: U kunt de originele versie hier downloaden
De documenten worden gescheiden met de titel document
Document
ONLEESBAAR GEMAAKT en ONLEESBAAR GEMAAKT
Per e-mail: ONLEESBAAR GEMAAKT
Behandelaar ONLEESBAAR GEMAAKT
Telefoon ONLEESBAAR GEMAAKT
Datum 13 juli 2023
Bijlage(n) 2
Onderwerp Antwoord op uw verzoek om informatie in het kader van de Wet open overheid
Geachte ONLEESBAAR GEMAAKT en ONLEESBAAR GEMAAKT ,
In uw verzoek van 20 mei 2023, door ons ontvangen op 20 mei 2023, heeft u het Schadefonds Geweldsmisdrijven gevraagd informatie openbaar te maken over aanvragen aangaande misbruik en geweld in Jeugddorp De Glind. Op 22 mei 2023 heeft u bericht ontvangen dat uw verzoek in goede orde is ontvangen. In dat bericht lieten wij u weten dat u op uiterlijk 19 juni 2023 een reactie zou ontvangen op uw verzoek. Op 2 juni 2023 lieten wij u weten dat wij nog altijd bezig waren met de registratie van alle aanvragen die voor 1 januari 2023 zijn ingediend in het kader van de Tijdelijke regeling financiële tegemoetkoming voor slachtoffers van geweld in de jeugdzorg. Wij lieten u weten dat het naar schatting nog tot half tot eind juni 2023 zou duren voordat alle aanvragen in ons zaakssyteem geregistreerd zouden zijn en wij een volledig overzicht zouden hebben van de aanvragen die zien op geweld in Jeugddorp De Glind. Om die reden hebben wij aan u voorgesteld om u begin juli 2023 een reactie te geven op uw Woo-verzoek.
Op 2 juni 2023 liet u ons per e-mail weten dat u akkoord gaat met het voorgestelde uitstel.
Wettelijk kader
Ik behandel uw verzoek als een verzoek op grond van de Wet open overheid (Woo). De relevante artikelen uit de Woo kunt u vinden in bijlage 1 bij deze brief.
Inventarisatie informatie
Op basis van uw verzoek is gezocht in het digitale registratiesysteem van het Schadefonds Geweldsmisdrijven. Daarbij is gebruik gemaakt van de zoekterm ‘GLIN’, zodat ook alternatieve schrijfwijzen van De Glind naar voren zouden komen. Bij deze inventarisatie is informatie aangetroffen.
Besluit
Ik besluit een deel van de door u gevraagde informatie openbaar te maken. U treft deze informatie aan in het bijgevoegde document genaamd ‘Antwoord op het verzoek in het kader van de Woo, ingediend door verzoekers ONLEESBAAR GEMAAKT en ONLEESBAAR GEMAAKT . Daarin worden de door u gestelde vragen, genummerd 1 tot en met 9, beantwoord. Ik besluit de informatie waar u naar vraagt in de vragen 10 en 11 niet openbaar te maken. In het genoemde document leest u waarom ik deze informatie niet openbaar maak. De informatie die openbaar wordt, wordt samen met deze brief digitaal aan u toegezonden.
Plaatsing op internet
Dit besluit en de informatie die voor iedereen openbaar wordt, wordt geanonimiseerd op www.schadefonds.nl gepubliceerd.
Afschrift aan belanghebbenden
Een geanonimiseerde kopie van dit besluit verzend ik naar de derde-belanghebbende. Het betreft Pluryn, waar De Glind onderdeel van uitmaakt.
Vragen
Als u vragen heeft over de afhandeling van uw verzoek, dan kunt u contact opnemen met ONLEESBAAR GEMAAKT .
Voor meer informatie over de Woo-procedure, kunt u kijken op rijksoverheid.nl
Hoogachtend,
Mevrouw mr. M. de Groot,
Directeur-secretaris Schadefonds Geweldsmisdrijven
Bent u het niet eens met deze beslissing?
Dan kunt u een bezwaarschrift indienen. Zorg ervoor dat wij uw bezwaar uiterlijk binnen zes weken na de datum bovenaan deze brief hebben ontvangen.
U kunt op twee manieren uw bezwaarschrift indienen (het is niet mogelijk dit per e-mail te doen):
– op onze website www.schadefonds.nl/bezwaar (via DigiD).
– per post naar:
Schadefonds Geweldsmisdrijven
Afdeling Bezwaar
Postbus 71
2501 CB Den Haag
Schrijf in uw bezwaar in elk geval:
- uw naam en adres;
- een omschrijving van de beslissing waartegen u bezwaar maakt;
- waarom u het niet eens bent met de beslissing;
- de datum van uw brief;
- uw (digitale) handtekening.
Voor vragen kunt u ook contact met ons opnemen via telefoonnummer 070-4142000.
Bijlage 1 Toepasselijke wetsartikelen uit de Wet open overheid
Artikel 1.1
Eenieder heeft recht op toegang tot publieke informatie zonder daartoe een belang te hoeven stellen, behoudens bij deze wet gestelde beperkingen.
Artikel 4.1 lid 1, 2, 3, 4 en 7
1 Eenieder kan een verzoek om publieke informatie richten tot een bestuursorgaan of een onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzame instelling, dienst of bedrijf. In het laatste geval beslist het verantwoordelijke bestuursorgaan op het verzoek.
2 Een verzoek kan mondeling of schriftelijk worden ingediend en kan elektronisch worden verzonden op de door het bestuursorgaan aangegeven wijze.
3 De verzoeker behoeft bij zijn verzoek geen belang te stellen.
4 De verzoeker vermeldt bij zijn verzoek de aangelegenheid of het daarop betrekking hebbende document, waarover hij informatie wenst te ontvangen.
7 Een verzoek om informatie wordt ingewilligd met inachtneming van het bepaalde in hoofdstuk
Artikel 4.2a
Indien een voldoende gespecificeerd verzoek zodanig omvangrijk is dat niet binnen de termijn van artikel 4.4, eerste lid, kan worden beslist, treedt het bestuursorgaan voor het einde van die termijn in overleg met de verzoeker over de prioritering van de afhandeling van het verzoek. Het bestuursorgaan verstrekt de gevraagde documenten zo veel mogelijk in de door de verzoeker gewenste volgorde.
Artikel 4.3 lid 1 en 2 sub a en d
1 De beslissing op een verzoek om informatie wordt mondeling of schriftelijk genomen.
2 Het bestuursorgaan besluit in ieder geval schriftelijk op een verzoek om informatie, indien:
- het schriftelijke verzoek geheel of gedeeltelijk wordt afgewezen.
- de gevraagde informatie betrekking heeft op of afkomstig is van derden, tenzij deze hebben verklaard aan een schriftelijk besluit geen behoefte te hebben.
Artikel 4.4 lid 1, 2 en 6
1 Het bestuursorgaan beslist op het verzoek om informatie zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vier weken gerekend vanaf de dag na die waarop het verzoek is ontvangen.
2 Het bestuursorgaan kan de beslissing voor ten hoogste twee weken verdagen, indien de omvang of de gecompliceerdheid van de informatie een verlenging rechtvaardigt. Van de verdaging wordt voor de afloop van de eerste termijn schriftelijk gemotiveerd mededeling gedaan aan de verzoeker.
6 Indien het bestuursorgaan heeft besloten informatie te verstrekken die rechtstreeks betrekking heeft op een derde of die van een derde afkomstig is, deelt het bestuursorgaan dit besluit gelijktijdig mede aan deze derde.
Artikel 5.1 lid 2, aanhef en sub e en lid 3
2 Het openbaar maken van informatie blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen:
- de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer;
3 Indien een verzoek tot openbaarmaking op een van de in het tweede lid genoemde gronden wordt afgewezen, bevat het besluit hiervoor een uitdrukkelijke motivering.
Verzoek in het kader van de Wet open overheid (Woo), d.d. 20 mei 2023, ingediend door ONLEESBAAR GEMAAKT en ONLEESBAAR GEMAAKT
De door u aan het Schadefonds Geweldsmisdrijven gestelde vragen:
1) Hoeveel aanvragen zijn er gedaan met betrekking tot geweld/misbruik in De Glind via de regelingen van Commissie Samson?
2) Hoeveel aanvragen zijn er gedaan met betrekking tot geweld/misbruik in De Glind via de regeling van Commissie De Winter?
3) Hoeveel aanvragen zijn er in totaal gedaan met betrekking tot misbruik en/of geweld in De Glind?
Niet alleen via de genoemde regelingen, maar ook direct bij het Schadefonds volgens de standaard procedure? (Bijvoorbeeld voordat de regelingen bestonden, gedurende de periode tussen de twee regelingen, nadat de regelingen niet meer werden toegepast of zonder beroep op/vermelding van een of beide regelingen.)
Met betrekking tot De Glind wilt u voorts weten:
4) Hoeveel aanvragen hadden betrekking op de periode 1970 – 1988?
5) Hoeveel aanvragen hadden betrekking op de periode 1988 – 1994?
6) Hoeveel aanvragen hadden betrekking op de periode 1995 – 2000?
7) Hoeveel aanvragen hadden betrekking op de periode 2000 – 2005?
8) Hoeveel aanvragen hadden betrekking op de periode 2005 – 2010?
9) Hoeveel aanvragen hadden betrekking op de periode 2010 – 2015?
10) Hoeveel aanvragen hadden betrekking op het pleeggezin [a]?
11) Hoeveel aanvragen hadden betrekking op pleeggezin en groepshuis [b] en specifiek op [c]?
Wij merken op dat wij de door u genoemde periodes in de vragen 4 tot en met 9 lezen als:
4) de periode van 1970 tot 1988;
5) de periode van 1988 tot 1995;
6) de periode van 1995 tot 2000;
7) de periode van 2000 tot 2005;
8) de periode van 2005 tot 2010;
9) de periode van 2010 tot 2016.
Beantwoording van deze vragen door het Schadefonds Geweldsmisdrijven:
Opmerkingen vooraf: Voor de beantwoording van vraag 1 hebben wij op 11 juli 2023 onderzoek gedaan in ons registratiesysteem. Voor de beantwoording van de vragen 2 tot en met 9 hebben wij op 4 juli 2023 onderzoek gedaan in ons registratiesysteem. Hierbij hebben wij gezocht naar aanvragen die betrekking hebben op geweld in De Glind. Daartoe hebben we in de data gefilterd op de zoekterm ‘GLIN’. Door deze zoekterm te hanteren, komen uit ons registratiesysteem alle resultaten naar voren die deze lettercombinatie bevatten, ook als andere schrijfwijzen voor De Glind zouden zijn gehanteerd, zoals Glint of Glindt. Uit ons onderzoek zijn de hierna gemelde bevindingen naar voren gekomen. Het is mogelijk dat er daarnaast aanvragen zijn gedaan die wel betrekking hebben op De Glind, maar die niet uit ons onderzoek naar voren zijn genomen omdat die op andere wijze zijn geregistreerd.
1) Hoeveel aanvragen zijn er gedaan met betrekking tot geweld/misbruik in De Glind via de regelingen van Commissie Samson?
Antwoord: In totaal zijn er 2 aanvragen gedaan van misbruik in De Glind in het kader van de Tijdelijke regeling uitkeringen seksueel misbruik minderjarigen in instellingen en pleeggezinnen en 1 in het kader van het Statuut voor de buitengerechtelijke afhandeling van civiele vorderingen tot schadevergoeding in verband met seksueel misbruik van minderjarigen in instellingen en pleeggezinnen. Deze beide regelingen zagen op seksueel misbruik, niet op andersoortig geweld.
2) Hoeveel aanvragen zijn er gedaan met betrekking tot geweld/misbruik in De Glind via de regeling van Commissie De Winter?
Antwoord: In totaal zijn er in het kader van de Tijdelijke regeling financiële tegemoetkoming voor slachtoffers van geweld in de jeugdzorg 86 aanvragen ingediend die betrekking hebben op geweld in De Glind. Van die aanvragen waren er op de peildatum, 4 juli 2023, 64 afgehandeld. Op 20 aanvragen moest nog een beslissing worden genomen. Voorts werd 1 aanvraag ingetrokken door de aanvrager en 1 aanvraag werd na bestudering van de inhoud ervan omgezet naar een reguliere aanvraag.
3) Hoeveel aanvragen zijn er in totaal gedaan met betrekking tot misbruik en/of geweld in De Glind? Niet alleen via de genoemde regelingen, maar ook direct bij het Schadefonds volgens de standaard procedure? (Bijvoorbeeld voordat de regelingen bestonden, gedurende de periode tussen de twee regelingen, nadat de regelingen niet meer werden toegepast of zonder beroep op/vermelding van een of beide regelingen.)
Antwoord: Op de peildatum, 4 juli 2023, waren er in totaal 89 aanvragen gedaan die betrekking hebben op geweld (lichamelijk, psychisch en/ of seksueel) in De Glind, waarvan er 1 uiteindelijk weer werd ingetrokken door de aanvrager.
Opmerking vooraf met betrekking tot de vragen 4 tot en met 9:
De aanvragen die wij ontvingen zijn lastig te vatten binnen de door u verzochte periodes. Het verblijf van aanvragers valt regelmatig binnen twee of meer van deze periodes. Daarnaast dienden aanvragers de aanvraag regelmatig in voor geweld in meerdere instellingen en/ of pleeggezinnen.
Op het aanvraagformulier vermeldden zij dan de gehele periode waarbinnen het geweld in die instellingen en/ of pleeggezinnen plaatsvond. In ons registratiesysteem werd dan deze opgegeven periode geregistreerd. Aanvragers verbleven soms dus niet die gehele periode in De Glind, maar ook in andere pleeggezinnen en/ of instellingen. Daarbij komt nog dat aanvragers regelmatig niet meer precies weten/ wisten wanneer ze in De Glind verbleven, maar slechts een schatting kunnen/ konden geven. In 4 gevallen gaven zij in het geheel geen periode op. Ook kwam het voor dat uit onderzoek door onze medewerkers of tijdens gesprekken tussen aanvragers en onze medewerkers bleek dat de periode waarin een aanvrager in De Glind verbleef, afweek van de aanvankelijk opgegeven periode. De bij binnenkomst van een aanvraag in ons registratiesysteem geregistreerde periode waarin het geweld plaatsvond, is daarmee niet in alle gevallen correct. Wel vormt het een indicatie voor de periode waarbinnen aanvragers ongeveer in De Glind verbleven. Om u hiervan een beeld te geven, nemen wij bij de beantwoording van uw vragen het beginjaar van de periode die de aanvrager op het aanvraagformulier opgaf als uitgangspunt voor de periode waarop de aanvraag betrekking had.
Verder merken wij nog op dat verschillende aanvragen buiten de door u verzochte periodes vielen. Deze vindt u onderaan het antwoord op vraag 9.
4) Hoeveel aanvragen hadden betrekking op de periode van 1970 tot 1988?
Antwoord: 31 aanvragen.
5) Hoeveel aanvragen hadden betrekking op de periode van 1988 tot 1995?
Antwoord: 13 aanvragen.
6) Hoeveel aanvragen hadden betrekking op de periode van 1995 tot 2000?
Antwoord: 9 aanvragen.
7) Hoeveel aanvragen hadden betrekking op de periode van 2000 tot 2005?
Antwoord: 5 aanvragen.
8) Hoeveel aanvragen hadden betrekking op de periode van 2005 tot 2010?
Antwoord: 9 aanvragen.
9) Hoeveel aanvragen hadden betrekking op de periode van 2010 tot 2016?
Antwoord: 8 aanvragen (waaronder de aanvraag die werd afgedaan als reguliere aanvraag).
Nota bene:
Er werden 5 aanvragen ingediend met betrekking tot de periode van 1960 tot 1970 en er werden 2 aanvragen ingediend met betrekking tot de periode 2016 tot 2018.
De twee aanvragen met betrekking tot seksueel misbruik in De Glind, die werden ingediend in het kader van de Tijdelijke regeling uitkeringen seksueel misbruik minderjarigen in instellingen en pleeggezinnen, zien op de periode 1980 tot 1990. De aanvraag met betrekking tot seksueel misbruik in De Glind, die werd ingediend in het kader van het Statuut voor de buitengerechtelijke afhandeling van civiele vorderingen tot schadevergoeding in verband met seksueel misbruik van minderjarigen in instellingen en pleeggezinnen, ziet op de periode 1995 tot 2005.
Opmerking vooraf met betrekking tot de vragen 10 en 11:
Nu deze vragen dezelfde strekking hebben, wordt volstaan met het geven van één reactie.
10) Hoeveel aanvragen hadden betrekking op het pleeggezin ONLEESBAAR GEMAAKT ?
11) Hoeveel aanvragen hadden betrekking op pleeggezin en groepshuis ONLEESBAAR GEMAAKT en specifiek op ONLEESBAAR GEMAAKT ?
Antwoord: Uw verzoek wordt afgewezen voor zover het ziet op deze vragen. Openbaarmaking van dergelijke informatie blijft achterwege in verband met de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. In artikel 5 lid 2 aanhef en onder sub e van de Woo wordt de mogelijkheid geboden om informatie niet openbaar te maken als openbaarmaking niet opweegt tegen het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer. Wij vinden dat hiervan bij de door u genoemde pleeggezinnen sprake is. Wij maken gegevens over met naam genoemde pleeggezinnen niet openbaar omdat we vinden dat hun belang van eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer zwaarder weegt dan het belang van openbaarheid van de betreffende informatie.